SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

basiswoorden latijn q3


🇳🇱  »  🇻🇦
Learn Latin From Dutch
Created:


Public
Created by:
Eva Zuhdy


0 / 5  (0 ratings)



» To start learning, click login

1 / 25

🇳🇱


gaan naar, naderen
🇻🇦


accedere,- accessi

Practice Known Questions

Stay up to date with your due questions

Complete 5 questions to enable practice

Exams

Exam: Test your skills

Test your skills in exam mode

Learn New Questions

Dynamic Modes

SmartIntelligent mix of all modes
CustomUse settings to weight dynamic modes

Manual Mode [BETA]

Select your own question and answer types
Specific modes

Learn with flashcards
multiple choiceMultiple choice mode
TypingTyping only mode

basiswoorden latijn q3 - Leaderboard

1 user has completed this course

No users have played this course yet, be the first


basiswoorden latijn q3 - Details

Levels:

Questions:

90 questions
🇳🇱🇻🇦
Gaan naar, naderen
Accedere,- accessi
Branden
Ardēre
Horen
Audire
Drinken
Bibere
Schreeuwen
Clamare
Rennen
Currere,- cucurri
Geven
Dare,- dedi
Zeggen
Dicere,- dixi
Kopen
Emere,- emi
Zijn
Esse,- fui
Doen, maken
Facere, facio - feci
Gaan
Ire,- ii
Bewegen
Movēre,- movi
Tonen
Ostendere,- ostendi
Plaatsen
Ponere,- posui
Kunnen
Posse,- potui
Aanbieden
Praebēre
Antwoorden
Respondēre,- respondi
Antwoorden
Respondēre,- respondi
Lachen
Ridēre,- risi
Begroeten
Salutare
Het is genoeg +
Satis est +
Weten
Scire
Aanraken
Tangere,- tetigi
Proberen
Temptare
Komen
Venire,- veni
Zien
Vidēre,- vidi
Leven
Vivere,- vixi
Roepen
Vocare
Water
Aqua
Verhaal
Febula
Uur
Hora
Straf
Poena
Meisje
Puella
Bos
Silva
Voedsel
Cibus
God
Deus
Muur
Murus
Woord
Verbum
Wijn
Vinum
Man
Vir, viri
Oog
Oculus
Liefde
Amor, amores (mnl)
Boom
Arbor, arbores (vrl)
Mens, man
Homo, homines (mnl)
Lichaam
Corpus, corpora (onz)
Gesprek
Sermo, sermones (mnl)
Tijd, periode
Tempus, tempora (onz)
Stem, uitspraak
Vox, voces (vrl)
Niemand
Nemo,, neminis
Ander
Alius, -a, -ud
Geliefd
Carus, -a, -um
(de) andere, overige
Ceteri,ae, ‐a
Blij
Laetus, -a, -um
Groot
Magnus, -a, -um
Ongelukkig
Miser, -sera, -serum
Veel
Multus, -a, -um
Mooi
Pulcher,-chra, -chrum
Zoet, lief
Dulcis, -e
Zwaar, ernstig
Gravis, -e
Mild, zacht
Lenis, -e
Droevig, somber
Tristis, -e
Echter
Autem
Goed
Bene
Vandaag
Hodie
Eens, ooit
Quondam
Vaak
Saepe
Meteen
Statim
Waar
Ubi
Nadat
Postquam
Voordat
Priusquam
Omdat
Quia