SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

Frans voc plus


🇳🇱  »  🇫🇷
Learn French From Dutch
Created:


Public
Created by:
elonie waterloos


0 / 5  (0 ratings)



» To start learning, click login

1 / 25

🇳🇱


de motorkap
🇫🇷


le capot

Practice Known Questions

Stay up to date with your due questions

Complete 5 questions to enable practice

Exams

Exam: Test your skills

Test your skills in exam mode

Learn New Questions

Dynamic Modes

SmartIntelligent mix of all modes
CustomUse settings to weight dynamic modes

Manual Mode [BETA]

Select your own question and answer types
Specific modes

Learn with flashcards
Listening & SpellingSpelling: Type what you hear
multiple choiceMultiple choice mode
SpeakingPractice your speaking ability
Speaking & ListeningPractice pronunciation
TypingTyping only mode

Frans voc plus - Leaderboard

2 users have completed this course

No users have played this course yet, be the first


Frans voc plus - Details

Levels:

Questions:

104 questions
🇳🇱🇫🇷
De motorkap
Le capot
Het kruispunt
Le carrefour
De bestuurder
Le conducteur
De spookrijder
Le conducteur fantôme
De schade
Les dégâts
De snelheidsovertreding
L’excès de vitesse
Het stuur
Le guidon
Het verkeersbord
Le panneau de signalisation
De voorruit
Le pare-brise
De bumper
Le pare-chocs
De overweg
Le passage à niveau
Het zebrapad
Le passage pour piétons
De koplamp
Le phare
De voetganger
Le piéton
De verlichtingspaal
Le poteau d’éclairage
De verkeersdrempel
Le ralentisseur
Het rond punt
Le rond-point
Het voertuig
Le véhicule
De ijzel
Le verglas
De rijstrook
La bande de circulation
De gordel
La ceinture
De snelheidsbeperking
La limitation de vitesse
Het portier
La portière
Het wiel
La roue
Aansteken
Allumer
Voorbijsteken
Dépasser
Slippen
Déraper
Remmen
Freiner
Omverrijden
Renverser
Parkeren
Se garer
Stilstaan
S'immobiliser
Parkeren
Stationner
Bezwijken
Succomber
Draaien
Virer
Ingedeukt
Cabossé
Beschadigd
Endommagé
Dodelijk
Mortel
Gebogen
Tordu
Voorrang hebben
Avoir la priorité
Voorrang verlenen
Céder le passage
Botsen
Entrer en collision
Op slag
Sur le coup
De gereedschapskist
La bac à outils
De bezem
Le balai
De klusser
Le bricoleur
De spijker
Le clou
De krik
Le cric
De moer
L’écrou
De trapladder
L'escabeau
De hamer
Le marteau
De plooimeter
Le mètre pliant
De waterpas
Le niveau
De verfborstel
Le pinceau
De hark
Le râteau
De kraan
Le robinet
De plakband
Le ruban adhésif
De emmer
Le seau
De snoeischaar
Le sécateur
De gevarendriehoek
Le triangle de signalisation
De tuinslang
Le tuyau d'arrosage
De gloeilamp
L’ampoule
De borstel
La brosse
De kruiwagen
La brouette
De plug
La cheville
De Engelse sleutel
La clé anglaise
De kruissleutel
La clé en croix
De ladder
L'échelle
De spons
L'éponge
Het koord
La ficelle
De boormachine
La foreuse
De toortslamp
La lampe torche
De boormachine
La perceuse
De tang
La pince
De douchekop
Le pommeau de douche
De verlengdraad
La rallonge
De schop
La pelle
Het vuilblik
La ramassette
De zaag
La scie
De dweil
La serpillière
De tang
Les tenailles
Ophangen
Accrocher
Lostrekken
Arracher
Losmaken
Desserrer
Losmaken
Détacher
Inslaan
Enfoncer
Wegnemen
Enlever
Boren
Percer
Opheffen
Soulever