SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

Week 2 Sociale Psychologie, Minor Toegepaste Psychologie


🇳🇱
In Dutch
Created:


Public


0 / 5  (0 ratings)



» To start learning, click login

1 / 25

[Front]


Wat is sociale perceptie?
[Back]


'De manier waarop we ons een indruk vormen van en conclusies trekken over andere mensen.'

Practice Known Questions

Stay up to date with your due questions

Complete 5 questions to enable practice

Exams

Exam: Test your skills

Test your skills in exam mode

Learn New Questions

Dynamic Modes

SmartIntelligent mix of all modes
CustomUse settings to weight dynamic modes

Manual Mode [BETA]

Select your own question and answer types
Specific modes

Learn with flashcards
Listening & SpellingSpelling: Type what you hear
multiple choiceMultiple choice mode
SpeakingAnswer with voice
Speaking & ListeningPractice pronunciation
TypingTyping only mode

Week 2 Sociale Psychologie, Minor Toegepaste Psychologie - Leaderboard

0 users have completed this course. Be the first!

No users have played this course yet, be the first


Week 2 Sociale Psychologie, Minor Toegepaste Psychologie - Details

Levels:

Questions:

63 questions
🇳🇱🇳🇱
Wat is sociale perceptie?
'De manier waarop we ons een indruk vormen van en conclusies trekken over andere mensen.'
Wat is non-verbale communicatie?
'Manier waarop mensen opzettelijk of onopzettelijk communiceren zonder woorden; non-verbale signalen zijn onder meer gelaatsuitdrukkingen, stemgeluid, gebaren, lichaamshouding en -beweging, aanraking en oogcontact.'
Wat zijn spiegelneuronen?
'Neuronen die reageren als wij zelf een bepaalde handeling verrichten en als we een ander deze handeling zien verrichten.'
Wat is coderen?
'Uitdrukken of voortbrengen van non-verbaal gedrag, zoals glimlachen of iemand op de rug kloppen.'
Wat is decoderen?
'Interpreteren van de betekenis van non-verbaal gedrag van andere mensen, zoals de conclusie dat een klopje op de rug een uitdrukking van minachting is, en niet van vriendelijkheid.'
Wat is vermenging van affect?
'Een gelaatsuitdrukking waarin een deel van het gezicht de ene emotie uitdrukt, terwijl een ander deel van het gezicht een andere emotie uitdrukt.'
Wat zijn manifestatieregels?
'Cultureel bepaalde regels over welke non-verbale gedragingen gepast zijn om te laten zien.'
Wat zijn emblemen?
'Non-verbale gebaren met een duidelijk omschreven definitie binnen een bepaalde cultuur, meestal met een rechtsreeks verbaal equivalent, zoals de opgeheven duim.'
Wat is thin-slicing?
'Betekenisvolle conclusies trekken over iemands persoonlijkheid op grond van extreem kortdurende uitingen van diens gedrag.'
Wat is primacy effect?
'Als het aankomt op het vormen van een indruk, beïnvloeden de eerste indrukken die we van anderen krijgen hoe we informatie interpreteren die we later krijgen.'
Wat is belief perseverance?
'De neiging vast te houden aan een oorspronkelijk oordeel, zelfs wanneer we geconfronteerd worden met informatie die ons tot heroverweging zou moeten aanzetten.'
Wat is de attributietheorie?
'Beschrijving van de manier waarop mensen de oorzaken van hun eigen en andermans gedrag verklaren.' - interne attributie en externe attributie - Volgens de attributietheorie proberen we te achterhalen waarom mensen doen wat ze doen, zodat we inzicht krijgen in de gevoelens en eigenschappen die hun gedrag veroorzaken. Op deze wijze kunnen we de sociale omgeving begrijpen en voorspellen.
Wat is interne/dispositionele attributie?
'Gevolgtrekking dat iemand zich op een bepaalde manier gedraagt als gevolg van de persoon zelf, zoals attitude, karakter of persoonlijkheid.'
Wat is externe/situationele attributie?
'Gevolgtrekking dat iemand zich op een bepaalde manier gedraagt als gevolg van de situatie waarin diegene zich bevindt; de aanname is dat de meeste mensen op dezelfde manier op zo'n situatie zouden reageren.'
Wat is het attributieproces en waar helpt het ons?
Als we oorzaken voor het gedrag van anderen willen aanwijzen, kunnen we twee soorten attributies maken: interne/dispositionele attributies of externe/situationele attributies
Wat is attributie?
'Het toeschrijven van oorzaken aan het eigen of aan andermans gedrag en het daarmee voorzien van verklaringen.'
Wat is het covariatiemodel?
'Theorie die stelt dat om een attributie te kunnen maken over de oorzaak van iemands gedrag, we systematisch kijken naar het patroon tussen de aan- of afwezigheid van mogelijke causale factoren en het al dan niet optreden van het gedrag' - Kelleys grote bijdrage aan de attributietheorie was het idee dat we, wanneer we een indruk van iemand willen vormen, meer dan één stukje informatie opmerken en daarover nadenken. - Kelleys theorie luidt dat er een duidelijke attributie gemaakt kan worden wanneer we informatie over consensus, informatie over onderscheidend vermogen en informatie over consistentie kunnen combineren tot één of twee duidelijke patronen.
Wat is informatie over consensus?
'Informatie over de mate waarin anderen zich op dezelfde manier als de betrokkene zelf gedragen ten opzichte van een bepaalde stimulus.' - Als de consensus en onderscheidend vermogen van het gedrag laag zijn en de consistentie hoog is de kans het grootst dat men een interne attributie maakt (besluiten dat als de baas tegen een medewerker schreeuwt, dat het gedrag veroorzaakt wordt door de baas) - Mensen maken een interne attributie als de consensus laag is. als de consensus hoog is zal men een externe attributie maken.
Wat is informatie over onderscheidens vermogen?
'Informatie over de mate waarin de betrokkene zich op dezelfde manier gedraagt ten opzichte van verschillende stimuli.' - Men maakt een externe attributie als het onderscheidend vermogen hoog is. Als het onderscheiden vermogen laag is dan zal men een interne attributie maken
Wat is informatie over consistentie?
'Informatie over de mate waarin het gedrag tussen één betrokkene en één stimulus hetzelfde is onder verschillende omstandigheden en over tijd.' - Als consensus, onderscheidend vermogen en consistentie hoog zijn, zijn mensen geneigd om een externe attributie te maken. - Als de consistentie laag is, kunnen we geen duidelijk interne of externe attributie maken, dan zal het een bijzondere situatie zijn.
Wat is een fundamentele attributiefout?
'Neiging om de mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt door interne, dispositionele factoren te overschatten en de rol van externe, situationele factoren te onderschatten.'
Wat is perceptuele saillantie?
'Het ogenschijnlijke belang van de informatie waarop mensen hun aandacht gericht hebben.' - Twee acteurs die een script volgden werden geobserveerd door zes personen. Twee zaten achter acteur A, twee achter acteur B en twee tussen/zijwaarts van beide acteurs. Uit het onderzoek kwam dat de waarnemers dachten dat de persoon die ze het beste konden zien het meeste had bijgedragen aan het gesprek. Dit terwijl de acteurs een gelijkwaardig script voorlazen. De waarnemers waren gemanipuleerd via perceptuele saillantie.
Wat is het tweeledig proces van attributie?
'Het analyseren van andermans gedrag door eerst een automatische interne attributie te maken en dan pas na te denken over mogelijke situationele oorzaken van het gedrag, op basis waarvan de oorspronkelijke interne attributie eventueel kan worden aangepast.'
Wat zijn zelfdienende attributies?
'Verklaringen van eigen succes toeschrijven aan interne, dispositionele factoren en verklaringen van eigen mislukkingen toeschrijven aan externe, situationele factoren.' - Algemene neiging om zichzelf te beschouwen als competent, behulpzaam en goed - Succes door onszelf, mislukking door anderen/situatie
Wat wordt er bedoeld met het geloof in een rechtvaardige wereld?
'De aanname dat mensen krijgen wat ze verdienen en verdienen wat ze krijgen. Slechte mensen overkomt nare dingen, goede mensen overkomen goede dingen.'
Wat is correspondence/blinde-vlek bias?
'De neiging om te denken dat andere mensen ontvankelijker zijn voor attributionele fouten dan wijzelf.'
Welke rol speelt cultuur in de vorming van attributies?
- Holistisch versus analytisch denken: in individualistische culturen neigen mensen meer naar aandacht te besteden aan de kenmerken van objecten. In collectivistische culturen focussen mensen meer op het geheel, waaronder de context en de relaties tussen objecten. Dit wordt onder andere aangetoond door sociaal neurowetenschappelijk onderzoek met behulpn van FMRI en ERP - Culturele verschillen in de fundamentele attributiefout: Hoewel zowel mensen uit individualistische als uit collectivistische culturen de fundamentele attributiefout laten zien, zijn leden van collectivistische culturen gevoeliger voor situationele oorzaken van gedrag, zolang de situationele variabelen saillant zijn. - Cultuur en andere attributionele biases: Er bestaan ook crossculturele verschillen in zelfdienende attributies en het geloof in een rechtvaardige wereld. Deze verschillen zien we vooral tussen individualistische westerse en collectivistische oosterse culturen.
Wat is zelfconcept?
'Geheel van overtuigingen dat mensen hebben over hun persoonlijke eigenschappen, oftewel onze kennis over wie we zijn.' - Onderzoek heeft uitgewezen dat grote apen als chimpansees en orang-oetans een rudimentair besef van zelf hebben omdat ze de zelfherkenningstest in de spiegel doorstaan, terwijl minder ontwikkelde apen dat niet doen. Bij mensen ontwikkelt zelfherkenning zich rond de 18 tot 24 maanden, en in de adolescentie wordt het zelfconcept veel complexer. Naarmate mensen ouder worden, groeit hun besef van zelf uit tot een volwaardig zelfconcept, gedefineerd als het geheel van overtuigingen dat ze hebben over hun persoonlijke attributen. Volwassenen zien ethische waarden als de kern van het zelfconcept, verheven boven cognitieve processen of verlangens.
Hoe worden zelfdefinities/concept beïnvloed?
- Culturele invloeden op het zelfconcept: Mensen die in westerse culturen opgroeien, neigen ernaar het zelf als onafhankelijk van anderen te zien, terwijl mensen die in Aziatische culturen opgroeien, het zelf meer zien als afhankelijk van anderen - Functies van het zelf: Het zelf heeft vier functies: zelfkennis, onze overtuigingen over wie we zijn en de manier waarop we die informatie verwoorden en ordenen; zelfcontrole, de manier waarop we plannen maken en besluiten uitvoeren; impressiemanagement, hoe we onszelf aan andere mensen presenteren; zelfvertrouwen, hoe we over onszelf denken. - Door cultuur en gender
Wat is een onafhankelijk zelfbeeld?
'Manier om zichzelf te definiëren in termen van de eigen interne gedachten, gevoelens en handelingen.' - Ted Singelis ontwikkelde een vragenlijst waarmee gemeten kan worden in hoeverre het zelfbeeld van mensen onafhankelijk, dan wel onderling afhankelijk is. Onderzoeken laten in het algemeen zien dat mensen die in westerse landen leven zich beter kunnen vinden in items waaruit onafhankelijkheid spreekt.
Wat is een onderling afhankelijk zelfbeeld?
'Manier om zichzelf te definiëren in termen van de relaties met andere mensen; erkennen dat het eigen gedrag dikwijls bepaald wordt door de gedachten, gevoelens en handelingen van anderen.' - Ted Singelis ontwikkelde een vragenlijst waarmee gemeten kan worden in hoeverre het zelfbeeld van mensen onafhankelijk, dan wel onderling afhankelijk is. Onderzoeken laten in het algemeen zien dat mensen die in Oost-Aziatische landen leven, zich beter kunnen vinden in items waaruit onderlinge afhankelijkheid spreekt.
Wat is introspectie?
'Proces waarbij mensen naar binnen kijken en hun eigen gedachten, gevoelens en motieven onderzoeken.'
Wat is zelfbewustzijn?
'De handeling van het denken over onszelf.'
Wat is de zelfbewustzijnstheorie?
'Idee dat wanneer mensen hun aandacht o[ zichzelf richten, ze hun gedrag evalueren en het vergelijken met hun innerlijke normen en waarden.'
Wat zijn causale theorieën?
'Theorieën over de oorzaken van eigen gevoelens en gedragingen.'
Wat is de zelfperceptietheorie?
'Theorie die stelt dat wanneer onze attitudes en gevoelens onzeker of ambigu zijn, we onze conclusies daarover baseren op observaties van ons gedrag en de situatie waarin het gedrag voorkomt.'
Wat zijn door rationele redenen veroorzaakte attitudeveranderingen?
'Attitudeverandering die wordt veroorzaakt doordat men nadenkt over de redenen voor de eigen attitudes; mensen gaan ervan uit dat hun attitudes overeenkomen met redenen die plausibel en gemakkelijk te verwoorden zijn.'
Wat is het overrechtvaardigingseffect?
'De neiging van mensen om de oorzaken van hun gedrag te zoeken in dwingende extrinsieke motivaties, waardoor de de invloed van intrinsieke redenen onderschatten.' - Het vervangen van intrinsieke motivatie door extrinsieke motivatie leidt ertoe dat mensen de belangstelling voor een activiteit, waar ze eerst van genoten, verliezen.
Wat is intrinsieke motivatie?
'Verlangen om ergens aan te beginnen omdat je ervan geniet of het interessant vindt.'
Wat is extrinsieke motivatie?
'Verlangen om ergens aan te beginnen vanwege externe beloningen of druk.'
Wat is taakafhankelijke beloning?
'Beloning die gegeven wordt voor het uitvoeren van een taak, ongeacht hoe goed dat gebeurt.'
Wat is prestatieafhankelijke beloning?
'Beloning die gebaseerd is op hoe goed een taak wordt uitgevoerd.'
Wat is een vast denkkader (fixed mindset)?
'het idee dat we een bepaalde capaciteit in een bepaalde mate bezitten en dat dit gegeven onveranderlijk is.' - Uit onderzoek blijkt dat mensen met een vast denkkader eerder opgeven na een tegenslag en doen minder moeite om hun vaardigheden verder te ontwikkelen.
Wat is een vormbaar denkkader (growth mindset)?
'Het idee dat onze capaciteiten kneedbare kwaliteiten zijn die we kunnen cultiveren en ontwikkelen.' - Uit onderzoek blijkt dat mensen met een vormbaar denkkader een tegenslag zullen gebruiken om er nog harder tegenaan te gaan.
Wat is de twee-factorentheorie van emotie?
'Het idee dat een emotionele ervaring het resultaat is van een zelfperceptieproces dat uit twee stappen bestaat en waarin mensen eerst fysiologische opwinding (arousal) ervaren en daar vervolgens een geschikte verklaring voor zoeken.' - Het experiment van Schachter en Singer is uitgegroeid tot een van de beroemdste onderzoeken in de sociale psychologie, omdat het aantoont dat emoties het resultaat kunnen zijn van een zelfperceptieproces: mensen zoeken naar de meest plausibele verklaring voor hun opwinding. Maar soms is de meest plausibele verklaring niet de juiste en dan ervaren mensen een verkeerde emotie. De proefpersonen in het onderzoek van Schachter en Singer die boos werden of euforisch, werden dat omdat ze zich opgewonden voelden en dachten dat deze opwinding het gevolg was van de impertinente vragenlijst of de aanstekelijke euforie van de handlanger van de onderzoekers. De werkelijke oorzaak van hun opwinding, de epinefrine, kenden ze niet, dus zochten ze de verklaring van hun gedrag in situationele aanwijzigingen.
Wat wordt bedoeld met misattributie van opwinding?
'Proces waarbij mensen verkeerde conclusies trekken over de oorzaak van hun gevoelens.' - Toen een vrouw midden op een gevaarlijke brug aan mannen vroeg of ze een vragenlijst wilden invullen, voelden een groot percentage van hen zich tot haar aangetrokken en belde haar later voor een date. Toen dezelfde vrouw mannen benaderde die de brug al waren overgestoken en nu van de omgeving zaten te genieten, belden relatief weinigen van hen haar op voor een date.
Wat is de sociale vergelijkingstheorie?
'Het idee dat we over onze eigen vaardigheden en attitudes leren door onszelf te vergelijken met andere mensen.'
Wat is opwaartse sociale vergelijking en welke informatie levert het op?
'Onszelf vergelijken met mensen die beter scoren op een bepaalde eigenschap of vaardigheid dan wijzelf.' - het werkt vaak ontmoedigend en geeft ons een gevoel van minderwaardigheid. - Werkt vooral motiverend als het niveau van diegene met wie je jezelf vergelijkt binnen jouw bereik is en dus haalbaar. - Opkijken naar betere om te leren
Wat is neerwaartse sociale vergelijking en hoe helpt deze informatie ons?
'Onszelf vergelijken met mensen die slechter scoren dan wijzelf op een bepaalde eigenschap of vaardigheid.' - Als we onszelf goed willen voelen en ons ego een oppepper willen geven - Neerkijken op 'slechtere' om jezelf beter te voelen
Met wie kunnen we ons het beste vergelijken als we ons goed willen voelen over onszelf?
Onszelf vergelijken met mensen die slechter zijn in een bepaalde eigenschap of vaardigheid (neerwaartse sociale vergelijking)
Wat is sociale afstemming?
'Het proces waarin mensen attitudes van elkaar overnemen.'
Wat is affectieve voorspelling?
'Verwachte gevoelens over een toekomstige gebeurtenis.'
Wat is ego-depletie?
'De staat waarbij de energiebron die nodig is voor zelfcontrole is uitgeput, waardoor het uitoefenen van zelfcontrole niet tot nauwelijks nodig is.'
Wat is impressiemanagement?
'Poging van mensen om anderen over te halen om hen te zien zoals ze gezien willen worden.' -
Wat is vleien?
'Proces waarbij mensen anderen naar de mond praten, prijzen en proberen zichzelf sympathiek te maken in de ogen van iemand anders, die vaak een hogere status heeft.'
Wat is zelfsabotage?
'Strategie waarbij mensen voor zichzelf obstakels en excuses creëren zodat ze bij een mislukking niet zichzelf de schuld hoeven te geven.'
Wat is zelfvertrouwen?
'De beoordeling van mensen van wat ze zelf waard zijn; dat wil zeggen: de mate waarin ze zichzelf als goed, competent en fatsoenlijk zien.'
Wat is angstmanagementtheorie?
'De theorie die inhoudt dat zelfvertrouwen een buffer is die mensen beschermt tegen angstwekkende gedachten over hun eigen sterfelijkheid.'
Wat is self-efficacy?
'De mate waarin iemand zich bekwaam voelt een bepaalde taak uit te voeren of een bepaald doel te behalen; ook wel zelfeffectiviteit genoemd.'
Wat is narcisme?
'De combinatie van excessieve zelfgerichtheid en een gebrek aan empathie met anderen.'
Wanneer maakt men een interne attributie?
- Als de consensus laag is, het onderscheidend vermogen laag is en de consistentie hoog is. - Het ligt aan de baas - De baas is de enige die schreeuwt tegen Hanna (consensus), de baas schreeuwt tegen alle medewerkers (onderscheidend vermogen) de baas schreeuwt altijd tegen Hanna (consistentie)
Wanneer maakt met een externe attributie?
- De consensus is hoog, het onderscheidend vermogen is hoog en de consistentie is hoog - Het ligt aan Hanna - Iedereen schreeuwt tegen Hanna (consensus), de baas schreeuwt niet tegen andere medewerkers (onderscheidend vermogen), de baas schreeuwt altijd tegen Hanna (consistentie)