SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

Week 5 Hersenen en Gedrag, Minor Toegepaste Psychologie


🇳🇱
In Dutch
Created:


Public


0 / 5  (0 ratings)



» To start learning, click login

1 / 19

[Front]


Waarom is het moeilijk om neurale correlaten van emoties te vinden?
[Back]


Omdat het heel moeilijk te zien is waar hersenactiviteit is als je emoties hebt. De ene is heel boos en de ander iets minder en dan hoeft dat niet op dezelfde plek te zitten. Dus als het in hetzelfde gebied is, hoef je niet dezelfde ervaring te hebben. Het is moeilijk om te zeggen welk hersengebied welke rol heeft, want die heeft meerdere rollen

Practice Known Questions

Stay up to date with your due questions

Complete 5 questions to enable practice

Exams

Exam: Test your skills

Test your skills in exam mode

Learn New Questions

Popular in this course

multiple choiceMultiple choice mode

Dynamic Modes

SmartIntelligent mix of all modes
CustomUse settings to weight dynamic modes

Manual Mode [BETA]

Select your own question and answer types
Other available modes

Learn with flashcards
Listening & SpellingSpelling: Type what you hear
SpeakingAnswer with voice
Speaking & ListeningPractice pronunciation
TypingTyping only mode

Week 5 Hersenen en Gedrag, Minor Toegepaste Psychologie - Leaderboard

1 user has completed this course

No users have played this course yet, be the first


Week 5 Hersenen en Gedrag, Minor Toegepaste Psychologie - Details

Levels:

Questions:

19 questions
🇳🇱🇳🇱
Waarom is het moeilijk om neurale correlaten van emoties te vinden?
Omdat het heel moeilijk te zien is waar hersenactiviteit is als je emoties hebt. De ene is heel boos en de ander iets minder en dan hoeft dat niet op dezelfde plek te zitten. Dus als het in hetzelfde gebied is, hoef je niet dezelfde ervaring te hebben. Het is moeilijk om te zeggen welk hersengebied welke rol heeft, want die heeft meerdere rollen
Hoe kun je verklaren (met circuits in de hersenen) dat we zó sterk met iemand meevoelen dat het lijkt of de emotie van die ander van onszelf zijn?
Door spiegelneuronen/spiegelsysteem -> Wat zij voelen, voel je zelf ook door de activiteit in jouw eigen hersenen door spiegelneuronen
Wat zijn de kenmerken over de theorie van basisemoties?
- Overeenkomsten tussen dieren en mensen, vandaar: evolutionaire overgedragen, biologische basis (Darwin) - 6 basisemoties: specifieke reacties op bepaalde stimuli/situaties, elk met een eigen biologische signatuur (Ekman) - Agressie, walging, angst, blijdschap, verdriet en verbazing - Basisemoties zijn universeel
Hoe kun je verklaren (met circuits in de hersenen) dat we zó sterk met iemand meevoelen dat het lijkt of de emotie van die ander van onszelf zijn?
Door spiegelneuronen/spiegelsysteem -> Wat zij voelen, voel je zelf ook door de activiteit in jouw eigen hersenen door spiegelneuronen
Wat is kritiek op de theorie van basisemoties?
- Niet alle emoties passen in dit rijtje - Interpretatie van de emotionele stimulus kan ook van invloed zijn op de emotie die wordt ervaren - Context zorgt voor een andere interpretatie van het gedrag, waardoor andere emoties opspelen
Hoe kun je verklaren (met circuits in de hersenen) dat we zó sterk met iemand meevoelen dat het lijkt of de emotie van die ander van onszelf zijn?
Door spiegelneuronen/spiegelsysteem -> Wat zij voelen, voel je zelf ook door de activiteit in jouw eigen hersenen door spiegelneuronen
Wat zijn kenmerken van de appraisaltheorie?
- Cognitieve processen zoals evaluatie van de omstandigheden, zijn van invloed op de emotie die wordt ervaren - Ofwel emotie en cognitie gaan hand in hand: ze beïnvloeden elkaar wederzijds: tweerichtingsverkeer tussen structuren van het limbisch systeem en gebieden in de cortex maakt mogelijk dat emoties bewust kunnen worden ervaren en dat bewuste gedachten emoties kunnen oproepen
Wat is kritiek op de appraisaltheorie?
- Voor het uitgangspunt dat elke (discrete) emotie (angst/boosheid/walging, etc.) een unieke en specifieke lichamelijke reacties oproept (signatuur van emotie) blijkt weinig bewijs te zijn - Wel indicatie van valentie (positieve of negatieve ervaring) en intensiteit (hoge of lage arousal), maar dat is tamelijk grof - Ook neurowetenschappelijk onderzoek lijkt geen ondersteuning te geven voor de aanname dat er in het brein gebieden zijn die een-op-eenrelaties hebben met bepaalde emoties
Wat zijn kenmerken van de constructionistische benadering?
- Emoties ontstaan wanneer mensen emotionele betekenis geven aan interne (in het lichaam) of externe (wat je hoort/ziet/proeft/ruikt) sensaties - Aan de hand van eerdere ervaringen, bestaande kennis, sociale normen - Dus aangeleerd gedrag - Cognitieve processen, meerdere hersengebieden bij betrokken. Niet één signatuur van emotie!
Wat is kritiek op de constructionistische benadering?
Die wil biologische van tafel vegen, maar de rol van amygdala en stresshormonen is heel duidelijk aangetoond. Er zijn ook overeenkomsten tussen mensen en dieren en mensen en mensen. Dus voor niet alles is waarschijnlijk constructitisch.
Wat wordt er bedoeld met 'discrete emoties'?
- Dit zijn emoties die makkelijk van andere emoties te onderscheiden zijn. Bijvoorbeeld: boosheid, angst of blijheid. - Emoties die je kunt afbakenen. Boos = dit, woest = dat, enz. Uit de praktijk blijkt dat emoties niet discreet zijn.
Waar in de hersenen bevindt zich de amygdala en wat is er bekend over de functies van de amygdala?
Amygdala speelt een belangrijke rol bij angstconditionering. De amygdala herkent en verwerkt verschillende emoties en speelt een rol bij het verwerken van sociale signalen, beloning en stimuli. - Bedreigende stimuli (angst/alarmcentrale/uitkijktoren) - Emotionele taxatie (herkennen angstige gezichten of focus op de ogen) - Opslag emotionele herinneringen (gaat minder goed bij beschadiging van amygdala) - Angstconditionering (vorm van klassieke conditionering) - Freeze en flight respons. Recenter onderzoek toonde aan dat de rol van de amygdala algemener is. De amygdala speelt niet alleen een rol bij de verwerking van aan angst gekoppelde stimuli maar ook bij de verwerking van: - Boosheid en walging - Humoristische en seksuele stimuli - Sociale signalen, beloning en stimuli die nieuw zijn De amygdala lijkt een taxatie te maken van de relevantie van waargenomen stimuli.
Bij de emotie angst zijn circuits in kaart gebracht door Joseph LeDoux. Hij onderzicht dit bij ratten, maar bij mensen blijken er dezelfde hersendelen bij betrokken. Hoe heet het model van Joseph LeDoux en hoe zit het in elkaar?
- Het model heet het Dual route Model. Je hebt hierbij de ‘quick and dirty’ route en de ‘slow and accurate’ route. De quick and dirty route wordt ook wel de thalamo-amygdala route genoemd, deze is onbewust. Kenmerkend voor deze route is: dat het snel is (<100 ms), het is onnauwkeurig, grof geschut en de functie is adaptie, in staat van paraatheid raken. Deze route zorgt vooral voor snelle, automatische reacties op dreiging, maar maakt door de snelheid en oppervlakkige verwerking fouten. Soms kan het alarm hierdoor onterecht afgaan. De slow and accurate route wordt ook wel de thalamo-cortico-amygdala route genoemd en deze is bewust. Kenmerkend voor deze route is dat het relatief traag is (350 ms), het is nauwkeurig en de functie is interpretatie en evaluatie situatie. - In 2012 nuanceert Ledoux zijn theorie en zegt dat de amygdala onderdeel is van survival circuits gericht op: verdediging, behoud van voedsel en energie, reproductie en thermo-regulatie. Survival circuits produceren basale reacties. Voor bewuste gevoelens is betrokkenheid van de pariëtale en pre-frontale cortex nodig die categorisatie, bewustzijn en taal ondersteunen.
Wat is het evolutionaire voordeel van deze organisatie in de hersenen?
De lage, snelle route zorgt ervoor dat we snel en automatisch reageren. Dat is belangrijk want dat kan vroeger en nu nog steeds levens redden. Als er een slang wordt gezien, moet er snel gereageerd worden. Er moet dan niet eerst informatie verwerkt worden via de lange route, dat kan levensbedreigend zijn. De lange route kan er daarna voor zorgen dat er informatie verwerkt wordt en een reactie eventueel wordt bijgesteld.
Waar in de hersenen bevindt zich de prefrontale cortex (PFC) en wat is er bekend over de rol van de PFC bij emoties?
- Het zit in de frontale cortex, het voorste deel van de motorische cortex - Delen van laterale prefrontale cortex = belangrijk bij verbale indeling van emotionele reacties. Mediale prefrontale cortex = belangrijk voor het produceren van emotionele betekenis op basis van eerdere ervaring. Laterale prefrontale cortex = actief wanneer mensen hun emoties reguleren, maar ook wanneer ze cognitieve controle uitoefenen in taken zonder emotionele stimuli. - Rol van prefrontale cortex = speelt rol bij het creëeren van emotionele betekenis, maar ook in het verminderen van de impact van emotionele stimuli. - Functies van de PFC voor emotionele ervaringen en gedrag: 1. Leren van de emotionele en motivationele waarde van stimuli 2. Kiezen voor de meest adaptieve gedragsstrategie (lost conflict keuzes op) 3. Verbale indeling van emotionele reacties 4. Produceren van emotionele betekenis op basis van eerdere ervaringen 5. Aan- en afleren van de relatie tussen een stimulus en een onplezierige sensatie 6. Verminderen van de impact van emotionele stimuli.
Over de insula staat in het boek: 'Ook in dit geval speelt dit gebied niet een emotiespecifieke rol, maar een domeingenerieke.' Wat bedoelen de auteurs hiermee? Bij welke van de drie benaderingen van emotie past deze zin het beste en waarom?
- Emotiespecifiek -> insula betrokken bij specifieke emotie - Generiek = algemeen, domein = veld -> insula dus algemene rol - Wat blijkt is dat de insula actief is als er sprake is van algemene emoties. Dus domeingeneriek. - De functie van de insula is: monitoren van de eigen emotionele toestand én van lichamelijke veranderingen, domeingeneriek (niet emotiespecifiek), onderdeel van salience netwerk dat persoonlijk belang van stimuli en gebeurtenissen met lichamelijke sensaties ‘markeert’ en vaak actief is tijdens empathie. - Hoort in ieder geval niet bij basisemotietheorie (die ging er vanuit dat er specifieke hersengebieden waren voor emoties). Appraisaltheorie niet (vaste hersengebieden voor emoties maar beïnvloed door cognitieve processen). Past het beste bij de constructionistische benadering, want deze zegt dat het een leerproces is hoe we met emoties omgaan en is voor iedereen anders.
Als je kijkt welke hersenstructuren betrokken zijn bij bijvoorbeeld angst en bij fobieën dan kun je op meerdere manieren verklaren dat in dezelfde situatie de ene persoon een paniekstoornis ontwikkelt terwijl dat bij een ander niet gebeurt. Welke verklaringen kun je bedenken?
Paniekstoornis doordat amygdala emotionele respons het lichaam instuurt. daardoor emotionele reactie. Hoe kan dat nou? Er zijn allerlei genetische variaties in ons. Het kan zijn dat bij iemand de amygdala heel snel actief is in vergelijking bij anderen. Er zijn ook nog ervaringen die mensen opdoen. Door ervaringen kan amygdala actiever zijn dan daardoor door een prikkel. Dan kan je dus verklaren dat bij één iemand iets leidt tot paniekstoornis en bij een ander niet. Een herinnering kan dus ook leiden tot paniek.
Wat zijn spiegelneuronen? Zijn spiegelneuronen een adaptatie?
Spiegelneuronen zijn neuronen die gaan vuren als e een handeling zelf doen, maar ook als we diezelfde handeling bij iemand anders zien. Spiegelneuronen zijn een adaptatie
Geef commentaar op de volgende stelling: 'Dankzij spiegelneuronen kunnen we elk gedrag invoelen en/of kopieëren.'.
Nee bij gedrag dat wij niet kennen of normaal vinden, zullen wij het gedrag niet invoelen en/of kopieëren. Denk aan iemand zien lachen op een begrafenis, of iemand zijn tandenborstel in zijn oor zien doen.
De mate waarin je het gedrag en de emoties van iemand anders begrijpt, heeft effect op de activiteit van spiegelneuronen. Je kunt een ander vooral aanvoelen op gebieden die je zelf sterk beleeft. Kun je hier een voorbeeld van geven?
Ik kan iemand anders goed aanvoelen als diegene iemand is verloren aan een hersenbloeding. Dat heb ik zelf namelijk meegemaakt. Daar zal ik meer voor aanvoelen dan dat iemand is verloren aan een auto-ongeluk bijvoorbeeld
In de lespresentaties staan vijf principes die bij spiegelneuronen gelden. Op welk(e) principe(s) hebben de twee vorige vragen betrekking?
Principes uit de les: 1. Onbewust en automatisch (niet uit te zetten) 2. Kost geen extra energie (geen relatie met directe beloning of effect in het brein) 3. In sociale context wel beloning en effect 4. Niet alleen motorisch, ook complexe emoties en complex gedrag 5. Werkt alleen bij betekenisvol gedrag! Je reageert dus niet op alles (even sterk)
Hoe kun je verklaren (met circuits in de hersenen) dat we zó sterk met iemand meevoelen dat het lijkt of de emotie van die ander van onszelf zijn?
Door spiegelneuronen/spiegelsysteem -> Wat zij voelen, voel je zelf ook door de activiteit in jouw eigen hersenen door spiegelneuronen