SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

level: Level 1

Questions and Answers List

level questions: Level 1

QuestionAnswer
Ου, ουκ, ουχNiet
Εστι(ν)(Hij, zij, het) is
ΆνθρωποςMens, man
‘Ο θεόςGod
Είσι(ν)(Zij) zijn
Τι...;Waarom...?
‘η χωραLand, streek
ΟικειWoont, bewoont
βαίνει(Hij, zij, het) gaat
Προς + accNaar (toe), tot
Αλλά, αλλMaar
Ούτως, ούτωZo, op die manier
Φεύγει(Hij, zij, het) vlucht (voor)
‘η μάχηGevecht, strijd
ΕιςNaar, naar binnen, tot
ΚαιEn, ook, zelfs
Λαμβάνει(Hij, zij, het) neemt, pakt (vast)
ΤούτοDit, dat (nom +acc, onz.)
Ποιεί(Hij, zij, het) doet, maakt
‘Ο δεσποτηςHeerser, meester
γαρWant (tweede in zin)