SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

level: Level 1 of Week 2: Rechtswetenschap en -vinding

Questions and Answers List

level questions: Level 1 of Week 2: Rechtswetenschap en -vinding

QuestionAnswer
Wat is de empirische cyclus?Het voortdurende proces van inductie , theorievorming, deductie en toetsing. Het onderzoek begint met het onderzoeken naar patronen en correlaties door zorgvuldige waarnemingen van het onderwerp van onderzoek.
Wat is het verschil tussen inductie, deductie en abductie?- Inductie: een algemene theorie is afgeleid uit een reeks afzonderlijke waarnemingen. - Deductie: van algemene regels naar een bijzondere (rechtswetenschap). - Abductie: feiten worden vastgesteld uit waarnemingen, terwijl de kans groot is dat nog niet alles is waargenomen.
Wat zijn externe perspectieven op recht?1. Rechtsfilosofie 2. Rechtseconomie 3. Rechtspsychologie 4. Rechtsantropologie 5. Rechtssociologie 6. Criminologie
Wat is waarheidsvinding?De rechter moet uitzoeken of het bewijs één-op-één samenvalt met de voorwaarden van de rechtsregel, waardoor het rechtsgevolg zal intreden. Dit gaat volgens een modus ponens. - Regressief redeneren: een bepaalde beslissing wordt rechtvaardig geacht en daar wordt dan een geldige rechtsregel bij gezocht. - Progressief redeneren: een feit is relevant en daaruit volgt de conclusie (waar de rechter naar streeft).
Wat is de rechtsstaat?Een staat die zich bij het handhaven van de maatschappelijke orde houdt aan de (grond)wettelijke regels die de burger tegen willekeur en machtsmisbruik beschermen. Rechters moeten onafhankelijk zijn zodat ze onpartijdig en rechtvaardig beslissen.
Noem de twee mogelijkheden voor het analyseren van iets.1. Analytisch: het zodanig ontleden van een bepaald geheel dat we zich krijgen op samenstellende delen. 2. Hermeneutisch: proberen te analyseren en het doel van iets te begrijpen.
Wat is het verschil tussen modus ponens en modus tollens (deductieve redeneervormen? En het verschil tussen progressief en regressief redeneren?- Modus ponens: propositie is als P dan Q, assumptie is P, conclusie is Q. - Modus tollens: propositie is als P dan Q, assumptie is niet Q, conclusie is niet P. - Progressief: van premissen naar de conclusie. - Regressief: van assumptie en beslissing naar regel.
Wat zijn de drie types van rechtsvinding van Montesquieu?1. Republiek: de strikte gehoorzaamheid aan de wet, heteronome rechtsvinding (rechter als spreekbuis, interpretatie door wetgever). 2. L'etat despotique: niet de wetten maar hat oordeel van de rechter, autonome rechtsvinding. 3. L'etat monarchique: een tussenvorm, combinatie van beide.
Wat zijn kenmerken van het klassieke model (positivistisch) en het kritiek daarop?= Rechtstoepassing 1. De centrale positie van de wet (kritiek: wet heeft niet op alle vragen een antwoord) 2. Onproblematische toepassing van de wet (k: wet kan niet 'mechanisch' worden toegepast) 3. Legaliteit is belangrijker dan legitimiteit (hoe we dat rechtvaardig achten) (k: legitimiteit is even essentieel als legaliteit) Legisme: nauwe toepassing van de wet (-> Rechtszekerheid, uit een bepaalde rechtsregel moet noodzakelijkerwijs een bepaald gevolg voortvloeien).
Wat zijn de verschillende interpretatiemethode van de rechter?1. Grammaticale interpretatie; 2. Sociologische interpretatie; 3. Systematische interpretatie; 4. Rechtsvergelijkende interpretatie; 5. Anticiperende interpretatie; 6. Rechtshistorische interpretatie; 7. Wetshistorische interpretatie; 8. Teleologische interpretatie; 9. analogieredenering; 10. a contrario-redenering
In welke gevallen moet de rechter aan rechtsvorming doen? (op de stoel van de wetgever gaan zitten)1. Bij elkaar tegensprekende rechtsregels; 2. Bij bewuste vage rechtsregels (was de bedoeling van de wetgever); 3. Bij onduidelijke en ontbrekende rechtsregels.
Noem de vijf principes van het Constitutionalisme van Kant.1. Legaliteit; 2. Fundamentele rechten; 3. Constitutionalisme: codificatie van hoger recht 4. Rigide constitutie; 5. Toetsingsverbod aan de grondwet.
Waarom wordt de rechtswetenschap ook wel een normwetenschap genoemd?- In de rechtswetenschap houdt men zich bezig met het beschrijven, analyseren en interpreteren van normatieve regels, deze regels schrijven voor hoe we ons moeten of behoren te gedragen. - Een rechtswetenschappelijke theorievorming begint met deductie (van algemeen naar bijzonder) - Rechtswetenschap is vaag (want wordt door mensen gemaakt) en de theorieën kunnen veranderen.
Wat is het traditionele model van rechtsvinding?= Rechtsvorming - Rechter is nodig om een regel toe te passen en te interpreteren in een bepaald geval. Argumenten tegen het legisme (en voor het traditionele model): 1) rechtsregels zijn soms vaag en niet een op een toe te passen op een casus; 2) rechtsregels kunnen elkaar tegenspreken; 3) er kan rechtsregel zijn in een bepaald geval; 4) er wordt geen rekening gehouden met de omstandigheden van een geval (minder rechtvaardige beslissing).